nr. 60, 11-11-2023
Joke is overleden. Bijna 24 jaar was ik haar ‘pleeggezin’.
Boven haar bed hing een afbeelding van een vlinder met de tekst: life is wonderful. Het leven was niet altijd makkelijk voor haar, maar er was ook heel veel moois. Vooral de liefdevolle band met haar zus en broers verrijkte haar leven. Ook de professionele zorg met persoonlijke warmte van de vele begeleiders die haar leven kruisten waren waardevol.
Toen mij werd gevraagd om haar vrijwilliger te worden, werd wel gezegd dat Joke nogal koppig kon zijn. Onze eerste ontmoeting (►column Glimmen) was gelijk een vuurdoop: ze zag het hélemaal niet zitten met wéér een nieuwe begeleider. Ik zag toen vooral een vrouw die voor de zoveelste keer te maken kreeg met wisseling van begeleiders waar zij niet om vroeg. Op dat moment wist ik: dit is een mooie uitdaging én ik wil voor haar een betrouwbare relatie zijn.
In al die jaren zag ik naast een koppige dame ook een heel zachte kant van haar. Heel blij met haar zus en broers, gek op kinderen die ze het liefst op schoot trok, vreugde om de hond die volgens het Jeugdjournaal was verdwaald maar weer thuis was, dankbaar naar obers die haar thee brachten (U bent aardig!), complimenteus naar mensen die in haar ogen iets goeds deden (Dat maakt u mooi schoon!).
Aan haar sterfbed doolden herinneringen door mijn hoofd.
Ik dacht weer aan die keer dat ze stokstijf midden op de weg bleef staan. Ik wist best dat het signaalgedrag was: de wereld was op dat moment te onoverzichtelijk, te onvoorspelbaar voor haar. Logisch gedrag, maar veel te gevaarlijk. Met de moed der wanhoop zei ik heel gedecideerd: ‘Joke! ik tel tot drie.’ Wat er zou gebeuren na tel drie wist ik ook niet. Maar gelukkig, het werkte en bij tel twee kwam ze in beweging.
Ik herinnerde me dat ze weigerde in de bioscoop de trap op te lopen. We mochten toen samen in een lege zaal naar onze keuzefilm kijken op een heerlijke bank die speciaal voor ons was neergezet. Wat een inlevingsvermogen van de bioscoopmedewerkers.
Ik bedacht wat mijn mooiste herinnering is. De eerste tien jaar heette ik: juffrouw, zuster of hé jij. Joke had inmiddels al zoveel begeleiders zien komen en gaan, dat een naam onthouden zinloos was. Maar blijkbaar was ik na tien jaar betrouwbaar genoeg om een naam te krijgen.
Onze eerste ontmoeting en mijn belofte herleefden. Elke keer als ze mijn naam zei, was ik geroerd. Dát is mijn mooiste erfenis van Joke.
Daarom: Dank je wel, Joke. Dank je wel dat je mij toeliet in jouw leven.