Column Beker

nr. 39, 13-1-2022

Beker


Toen ik aankwam was de begeleider net klaar met Jokes verzorging. De begeleider vroeg aan mij wat ik wilde drinken. Ik antwoordde: ‘Een dubbele whisky, graag’. Joke reageerde meteen met een giebelende lach en zei: ‘Nee, dat mag ik niet hebben, dat mag niet met m’n medicijnen. Voor jou is het ook niet goed!’. We werden beiden tevreden gesteld met thee.
Jokes conversatie was daarna op. Ze is al lange tijd ziek en zal niet meer genezen. Het valt me op dat ze de laatste tijd veel sabbelt en onze communicatie is grotendeels van verbaal naar tactiel gegaan. Blijkbaar gaat ze zoetjesaan terug naar de babyfase. Maar af en toe komt het felle verbale weer naar voren, als vanouds (column Glimmen).
Joke dronk haar beker leeg en vroeg om meer thee. Die dronk ze met smaak op. Daarna bleef ze met de tuit van de lege beker in haar mond zitten. Ik pakte haar hand en zo zaten we enige tijd zwijgzaam en tevreden. Daarna wilde ze nog meer thee.
Ik vroeg me af of het haar om het drinken ging of om iets in haar mond te hebben. Om dat te testen pakte ik haar beker, wachtte even en gaf de beker leeg terug.
Joke zette de beker aan haar mond en merkte dat beker leeg was. Ze keek me woedend aan en snauwde: ‘Marián! Als ik vraag om thee, dan wil ik thee. Hier zit niets in. Doe toch wat ik vraag en geef me thee!’.
Dat was duidelijke taal: het ging om de thee. Ik vulde de beker alsnog en gaf het haar. Ze keek me aan en zei ‘Dank je wel Marian, je bent lief’.
Mijn dag was weer goed.


► Terug naar Column