Column Wijn

nr. 64, 23-4-2024

Wijn


Sinds ruim een jaar denk ik na over wanneer ik met pensioen zou willen gaan.
Het lijkt me heerlijk om ruim voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken. Ik slinger mezelf heen en weer tussen ‘Nee joh, veel te vroeg!’ en ‘Doen! Geraniums zijn mooi!’.
Vast niet toevallig kwam ik een onderzoek tegen over de ervaringen van tien mensen met verstandelijke beperkingen en pensionering*. Zij gaven aan dat inkomsten hebben en zinvol bezig zijn belangrijke drijfveren waren om te werken. Aan de andere kant: de lonkende vrijheid met genoeg financiële ruimte en tevreden zijn over de gedane arbeid waren voor hen redenen om te stoppen. ‘Mijn vrouw en ik gaan genieten van een mooie tijd.’ Enkele geïnterviewden gaven aan dat ze gedwongen werden met pensioen te gaan. Ze noemden daarbij de nasleep van covid-19 en werkgevers die ontevreden waren over hun prestaties.
Een dame had geen idee wat ‘pensioen’ was toen haar werd verteld dát ze met pensioen was. Een fatsoenlijke voorbereiding vond haar werkgever blijkbaar niet nodig. Het was ook haar begeleiders ontgaan dat haar pensioen eraan zat te komen. En dat er methoden zijn om haar voor te bereiden op pensionering.
Het onderzoek gaf me weer een zetje in de richting van een besluit. Waarom niet als het kan? En me de tijd gunnen om eraan te wennen.
Dus… ik ga vanaf ergens volgend jaar genieten van de vrijheid en kijk tevreden terug op gedane arbeid.
En als ik toch spijt krijg? Dan troost ik mezelf met de kaart die al jaren op mijn werkprikbord hangt: ‘Huilen is voor meisjes. Echte vrouwen gaan wijn drinken’.


*Anderson, L.L., S. Hall, J.E.D. Kramme & R. Stancliffe. Transition to retirement: The lived experiences of adults with intellectual disabilities. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 2023; 36(3): 547-557.


► Terug naar Column