nr. 15, 31-12-2019
Vaak word ik meewarig aangekeken wanneer ik vertel dat ik blij word van grote databestanden, samen met mooie vraagstellingen en verhelderende analyses. Getallen kunnen zoveel zeggen. Ik geloof ook heilig in de waarde van kwalitatief onderzoek. En vooral in de kracht van de combinatie. Maar eerlijk is eerlijk: kwantitatief onderzoek vind ik leuker om te doen.
Ik heb echter nog nooit warme gevoelens overgehouden aan een statistisch significante correlatiecoëfficiënt of een onverwacht hoge/lage z-score.
Sommige uitspraken in kwalitatief onderzoek blijven daarentegen lang bij mij hangen, zelfs soms jaren. Zo verzuchtte Jan, een man met verstandelijke beperkingen, in een interview dat hij graag een relatie wil. Zijn begeleiders kwamen aanzetten met een veel oudere vrouw. Nou, dat bliefde hij toch echt niet.
De Australische Janie is fan van het Britse koningshuis. Ze heeft geld om met begeleiding naar Londen af te reizen. Klaarblijkelijk niemand in haar omgeving kijkt of dat te regelen is. En ook niet of een abonnement op een ‘Royal’-tijdschrift mogelijk is of mooie fotoboeken of ... Ze moet het doen met, waarschijnlijk flink beduimelde, bibliotheekboeken.
Dát blijft hangen. Ik blijf aan de onbeantwoorde behoeften van Jan en Janie denken, ook na jaren.
In de antroposofische zorg is ‘tegenwoordigheid van geest’ een kernbegrip. Het gaat om zelfbewuste aandachtige aanwezigheid, met heldere waarneming en ontvankelijk zijn voor intuïtie*.
‘Zelfbewuste aandachtige aanwezigheid’ van hun begeleiders en naasten. Dat gun ik Jan, Janie en alle andere mensen die levenslang afhankelijk van anderen zijn.
* Hoekman, J. & M. Niemeijer. (2007). Heilpedagogie en sociaaltherapie. In: M. Niemeijer & J. Hoekman (red.), Verhalen van austisme; mensen met autisme in antroposofische zorg. (pp. 4-8). Assen: Koninklijke Van Gorcum B.V.