Column Iedereen

nr. 4, 31-12-2018

Iedereen

 

Toen ik aanbelde bij de woning van een jongerengroep, deed een van de kinderen open. Hij keek me aan en riep naar binnen: ‘Hé, er staat een oud omaatje op de stoep!’. Oeps.

Eenmaal binnen raakte ik in gesprek met een meisje van een jaar of veertien.

Ze vertelde hoe zij het wonen daar vindt. Hoe leuk het is om samen met andere kinderen buiten te chillen en nieuwe begeleiders te testen. ‘Soms lukt het. Dan is er niet goed afgesproken en kunnen we veel langer buiten blijven dan eigenlijk mag. Of stiekem de Ipad mee naar bed nemen.’

Ook beschreef ze de keerzijde van groepswonen. Hoe naar zij het vindt als er voor de zoveelste keer een stagiair komt die van alles wil weten en zich overal mee bemoeit. Hoe lastig het is wanneer een groepsgenoot verhuist en er een nieuwe komt. ‘Steeds maar weer wennen, altijd maar afwachten wat dát kind gaat doen.’

De kinderen van de groep hadden in hun laatste woningberaad afgesproken om meer respect voor elkaar te hebben. ’Dat is best lastig hoor. Ik ben zelf ook niet altijd gezellig, ben soms brutaal en doe alsof ik niet hoor dat ik de tafel moet dekken. Dat hoort niet, maar gebeurt wel. Pas was er een nieuwe jongen op de groep. Die wás toch irritant. En hij was ook nog Feyenoord-fan. Het was heel lastig, maar ik ben steeds aardig gebleven en hem van alles uitgelegd. Hij heeft zelfs mijn Ipad mogen lenen. Hij kan het toch ook niet helpen dat hij hier moet wonen? Hij heeft al veel erge dingen meegemaakt. Ook hij verdient een kans, zelfs al is hij voor Feyenoord.

Iedereen verdient het om er te zijn. Iedereen!’

 

 

►Terug naar Column