Column Genieten

nr. 12, 20-9-2019

Genieten


Het is bekend dat ik onweerstaanbaar word aangetrokken door leuke honden. En ja, ik weet dat vreemde honden aanhalen niet wenselijk is. De reacties van eigenaren wisselen, maar dat vind ik diep in mijn hart niet belangrijk. Verstand versus gevoel. Maar als ze mijn aandacht voor hun viervoeter echt vervelend vinden, loop ik wat sikkeneurig door.
En soms zijn ook kleine kinderen vertederend grappig. Ze racen op hun loopfiets, kijken gebiologeerd naar hun smeltende ijsje of grijpen verwonderd naar een afvalbak vol met smeuïge troep. Ik geniet dan en blijf kijken hoe het een en ander afloopt.
Pas zag ik in een winkel een peuter in een boodschappenkarretje blij naar allerlei begeerlijke artikelen grijpen. Zijn moeder was afgeleid door haar boodschappenlijst. Ik zag ook dat het een kind met downsyndroom was. Zijn lach van bijna letterlijk oor tot oor is zo kenmerkend voor het syndroom. Ook het meebewegen van zijn oorschelpen met zijn lach. Ik bleef staan en keek. Ineens bedacht ik dat de moeder misschien zou denken dat ik keek omdat haar zoon downsyndroom heeft. En dat ik daar een negatieve mening over zou hebben of hem of haar als zielig zou bestempelen. Of dat ik hem zou zien als ‘altijd lief, aanhankelijk, zorgeloos’.
In tegenstelling tot mijn gewoonlijke reactie, wist me geen raad. Kon ik wel blijven kijken? Moest ik haar wat uitleggen? Moest ik doen zoals ik altijd doe? Moest ik doorlopen? Ik keek inderdaad naar hem omdat het om een grappig, actief jongetje met downsyndroom ging en extra leuk wanneer hij lacht.
Ik keek nog een keer genietend naar het jochie en liep toch maar door. En nog steeds weet ik niet of mijn reactie juist was.


►Terug naar column