Column Evenwicht

nr. 7, 15-3-2019

Evenwicht


Bij mij in de buurt woont een moeder met haar twee zonen. De zonen zijn veertigers, de moeder is hoogbejaard. Beide zonen hebben verstandelijke beperkingen. Het is zo’n gezin dat een en al kwetsbaarheid uitstraalt, maar samen rooien ze het. De jongste zoon heeft enkele jaren geleden zelf een baan bij de plaatselijke supermarkt gecreëerd. Het begon met het terugbrengen van boodschappenkarretjes en het opruimen van zwerfafval. Al snel kreeg hij een officiële status. Hij veegt het terrein schoon, verzamelt verdwaalde karretjes, helpt klanten bij het inladen van boodschappen en maakt intussen een praatje met wie wil. In de pauze krijgt hij een kop koffie en een broodje. Iedereen blij.
Pas verscheen het boek ‘De achtste dag’ van Annemarie Haverkamp. Het gaat over een vader en zijn totaal van hem afhankelijke, gehandicapte zoon. Haverkamp vertelt in een interview over haar kind met ernstige meervoudige beperkingen. En over de twee nachtmerries in haar leven: ‘haar kind overlijdt eerder dan zij’ en ‘zij overlijdt eerder dan haar kind’.
Ik dacht, al lezend, aan de oude moeder en haar zonen. Ik zie hem geregeld met een tas boodschappen naar huis lopen. Naar zijn moeder en broer. Evenwicht in al hun kwetsbaarheid.


►Terug naar Column