Column Achtergelaten

nr. 29, 28-2-2021

Achtergelaten


Mijn voorliefde voor leuke honden mag inmiddels duidelijk zijn. Wanneer ik boodschappen ga doen, tref ik vaak net buiten de winkel honden aan. Vastgebonden, schijnbaar verlaten. De bijbehorende eigenaren doen dan klaarblijkelijk inkopen. Het geeft mij de kans om een praatje aan te knopen met de viervoeters. Meestal vraag ik of hun bazen op vakantie zijn. Sommige honden negeren me totaal en blijven verwachtingsvol naar de deur kijken. Andere gaan hoopvol op mijn voeten zitten of smeken kwispelend om éindelijk wat aandacht. Het maakt het boodschappen gaan doen voor mij heel veel aantrekkelijker.
Pas werd ik geschokt door het nieuwsbericht dat een, zover ik begreep, jongeman met ernstige meervoudige beperkingen in de vrieskou was achtergelaten bij een brandweerkazerne. Geen identiteitspapieren, geen verbale communicatie. Wel een brief van een radeloze moeder die niet meer voor haar zoon kon zorgen. Onwillekeurig moest ik aan de vastgebonden honden denken. De jongeman was, in tegenstelling tot de honden, achtergelaten met een onzeker lot en ongewisse toekomst.
Hoe erg moet het voor de moeder zijn geweest te besluiten om de zorg voor haar kind aan onbekenden over te laten. Er waren blijkbaar geen betrouwbare personen in haar netwerk voor advies en steun. Ze moest ook bedenken welke instantie betrouwbaar genoeg zou zijn om het daar maar te wagen. Wat een trieste eenzaamheid.
Gelukkig werd de jongeman, wel flink onderkoeld, op tijd gevonden. Later werd ook zijn identiteit achterhaald.
De honden gaan na de gedane boodschappen weer vrolijk met hun eigenaren mee naar huis. De jongeman en zijn moeder gun ik uit de grond van mijn hart dat zij goede ondersteuning krijgen. Nederland heeft daarvoor gelukkig genoeg mogelijkheden. Ik wens ook dat zij samen een gewisse en liefdevolle toekomst tegemoet gaan.


► Terug naar Column